1. Inleiding
In de paragraaf Financiering zetten we de financieringsfunctie uiteen voor de jaren 2024-2027. In de paragraaf Algemene ontwikkelingen komen de renteontwikkelingen en ontwikkelingen in de wet- en regelgeving aan de orde. In de paragraaf Ontwikkelingen gemeente Oegstgeest geven we een toelichting op de renterisiconorm, de kasgeldlimiet en de financiering van de gemeente.
2. Algemene ontwikkelingen
Renteontwikkelingen
De rente op de geld- en kapitaalmarkt wordt voornamelijk bepaald door het beleid van de Europese Centrale Bank (ECB). Doel van de ECB is prijsstabiliteit: een inflatie van 2% op de middellange termijn. Het laatste jaar is de inflatie enorm gestegen en dus veel hoger dan dit doel. De inflatie lijkt nu wel terug te lopen, maar de verwachting is dat deze te lang te hoog blijft. De inflatie is omhooggeschoten door o.a. de sterk gestegen energieprijzen én de oorlog in Oekraïne. De vraag lijkt nu af te nemen maar blijft dus hoger dan het aanbod en daardoor stijgen veel prijzen. De ECB verwacht dat de inflatie ook op de middellange termijn boven 2% uitkomt.
Dit betekent dat de rente op de kapitaalmarkt mee zal stijgen. Lenen kost dan meer geld. De ECB doet er alles aan om de kredietverlening door banken door te laten gaan. Zij verwacht (bericht 15-6-2023) dat de inflatie weer daalt naar een redelijk niveau (3% in 2024 en 2,3% in 2025).
Naast het beleid van de Centrale Banken zijn ook andere macro-economische effecten van belang voor de renteontwikkeling. Het effect van deze macro-economische ontwikkelingen op de marktrente laat zich moeilijk voorspellen.
We verwachten dat de marktrentes voor de middellange termijn (2024-2025) beperkt zullen gaan stijgen. Hieronder zijn de rentepercentages weergegeven waarmee we hebben gerekend voor de nieuw aan te trekken leningen.
Renteontwikkelingen | |||||
---|---|---|---|---|---|
Omschrijving | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 |
Rente kapitaalmarkt | 2,50% | 3,00% | 3,50% | 3,50% | 3,50% |
3. Ontwikkelingen gemeente Oegstgeest
In de Wet financiering decentrale overheden (wet Fido) staan de kaders voor een verantwoorde en professionele inrichting en uitvoering van de treasuryfunctie van decentrale overheden.
Kasgeldlimiet
De gemiddelde vlottende schuld, over drie maanden gezien, is voor een gemeente gelimiteerd op 8,5% van het begrotingstotaal. Onze kasgeldlimiet heeft het volgende verloop:
De renterisiconorm
Over de langlopende schuld mogen de jaarlijkse aflossingen en renteherzieningen niet meer bedragen dan 20% van het begrotingstotaal. In onderstaande tabel staat de verwachte ontwikkeling van de renterisiconorm voor de komende jaren:
Renterisiconorm (bedragen x € 1.000) | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | |
---|---|---|---|---|---|---|
1 | Begrotingstotaal | 75.731 | 70.423 | 70.227 | 68.187 | 69.686 |
2 | Wettelijk percentage | 20% | 20% | 20% | 20% | 20% |
3 | Renterisiconorm (1x2) | 15.146 | 14.085 | 14.045 | 13.637 | 13.937 |
4 | Renteherzieningen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
5 | Aflossingen | 6.595 | 6.623 | 7.497 | 6.520 | 4.909 |
6 | Bedrag waarover renterisico gelopen wordt (4+5) | 6.595 | 6.623 | 7.497 | 6.520 | 4.909 |
7 | Ruimte onder renterisiconorm (3-6) | 8.551 | 7.462 | 6.549 | 7.118 | 9.028 |
In de tabel zijn de regels genummerd zodat herkenbaar is welke onderdelen berekend worden.
Bijvoorbeeld: Renterisiconorm = (1)Begrotingstotaal x (2)Wettelijk percentage.
De bedragen aan langlopende leningen waarover we een renterisico lopen de komende jaren, blijven binnen de wettelijke norm (wet Fido).
De leningenportefeuille
De leningenportefeuille per 1 januari 2023 bedroeg € 61 miljoen. In de tabel hieronder is te zien dat er nieuwe leningen zullen worden aangetrokken, waardoor de schuld jaarlijks zal toenemen.
Omschrijving | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 |
---|---|---|---|---|---|
Stand 1 januari | 60.732 | 54.963 | 74.565 | 85.753 | 104.422 |
Nieuwe leningen | 826 | 26.225 | 18.685 | 25.188 | 8.355 |
Reguliere aflossingen | 6.595 | 6.623 | 7.497 | 6.520 | 4.909 |
Stand per 31 december | 54.963 | 74.565 | 85.753 | 104.422 | 107.867 |
Rente lasten huidige en nieuwe leningen | 992 | 1.127 | 1.733 | 2.384 | 2.903 |
Voor de toerekening van de rentelasten maken we gebruik van de renteomslagmethode. Het totaal van de rentelasten wordt daarbij ‘omgeslagen’ over het geheel van de investeringen/activa. De rentelasten zijn het totaal van de rentelasten op de langlopende geldleningen en de kortlopende financiering minus de renteopbrengsten van 'overtollige' middelen.
Rentemethodiek en renteresultaat
Door toepassing van de renteomslagmethode rekenen we de rentelasten toe aan de taakvelden in de bijbehorende programmabegroting. De achterliggende gedachte hierbij is dat de gehanteerde omslagrente een reëel percentage is. We ronden het berekende omslagpercentage, binnen een marge van 0,5%, af naar 1,4% en hanteren dit percentage ten behoeve van de renteomslag.
Renteresultaat op taakveld Treasury | 2024 | |||
---|---|---|---|---|
a | De externe rentelasten | 1.524 | ||
b | De externe rentebaten | -45 | ||
Saldo rentelasten en rentebaten | 1.478 | |||
c1 | De rente doorberekend aan de grondexploitatie | 14 | ||
c2 | De rente van projectfinanciering richting het taakveld | 0 | ||
c3 | De rentebaat van doorverstrekte leningen richting het taakveld | 0 | ||
Saldo aan taakvelden toe te rekenen externe rente | 14 | |||
d1 | Rente over eigen vermogen | - | ||
d2 | Rente over voorzieningen | - | ||
Saldo rente over het eigen vermogen en de voorzieningen | 0 | |||
Totaal aan taakvelden toe te rekenen rente | 1.492 | |||
Totaal aan taakvelden toegerekende rente (renteomslag) | -1.262 | |||
Renteresultaat op het taakveld Treasury (-/- = voordeel) | 230 |
Voor deze renteomslag hanteren we een vast percentage. Voor 2024 bedraagt de omslagrente 1,4%. Doordat er een verschil is tussen het gehanteerde omslagpercentage en het werkelijke percentage ontstaat een renteresultaat. Het gepresenteerde nadeel van € 230.000 betekent dat de gehanteerde omslagrente lager is dan het werkelijke percentage. We rekenen dus minder rente door naar onze activa dan dat we daadwerkelijk betalen aan de geldverstrekkers. Het verschil bevindt zich binnen de gestelde bandbreedte, wat betekent dat we een reëel rentepercentage toerekenen aan de activa.
4. Schuldpositie
Hieronder geven we het verwachte verloop van de netto schuldpositie weer. Voor de definitie van de netto schuld wordt verwezen naar hoofdstuk 4.2.2 Paragraaf weerstandsvermogen (onderdeel 5. kengetallen) .
(Bedragen x € 1.000.000) per 31 december | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 |
---|---|---|---|---|---|
Netto Schuldpositie | 61,0 | 80,3 | 91,5 | 110,2 | 113,8 |