1. Inleiding
In de paragraaf Financiering zetten we de financieringsfunctie uiteen voor de jaren 2026-2029. In de paragraaf Algemene ontwikkelingen komen de renteontwikkelingen en ontwikkelingen in de wet- en regelgeving aan de orde. In de paragraaf Ontwikkelingen gemeente Oegstgeest geven we een toelichting op de renterisiconorm, de kasgeldlimiet en de financiering van de gemeente.
2. Algemene ontwikkelingen
Renteontwikkelingen
De rente op de geld- en kapitaalmarkt wordt naast macro-economische ontwikkelingen voornamelijk bepaald door het beleid van de Europese Centrale Bank (ECB). Het doel van de ECB is prijsstabiliteit. Een inflatie van 2% op de middellange termijn wordt als ideaal gezien.
De ECB heeft geen directe invloed op stijgende prijzen (inflatie). Maar de centrale bank kan met haar monetaire beleid de inflatie wel indirect beïnvloeden. Voor het monetaire beleid beschikt de ECB over verschillende instrumenten. De zogenoemde beleidsrente is een belangrijk instrument. Die rente bepaalt de rentetarieven voor banken om geld bij de ECB te lenen of aan te houden.
Na de coronaperiode zorgde het economische herstel voor een hoge inflatie. Het economisch herstel, de oorlog tussen Rusland en de Oekraïne en de stijgende energieprijzen die daaruit volgde, leidde op het hoogtepunt in 2022 en 2023 tot een inflatie van rond de 10%. Als een reactie op de hoge inflatie verhoogde de ECB geleidelijk de beleidsrente. Op het hoogste punt was de beleidsrente 4%. Vanaf 2024 zie de ECB voldoende signalen om de beleidsrente geleidelijk aan te verlagen. Het is de verwachting dat eind 2025 een einde komt aan de reeks van renteverlagingen en dat daarna de ECB de rente voorlopig stabiel zal houden op een relatief laag niveau, mede afhankelijk van de ontwikkeling van de inflatie.
Het is dan ook de verwachting dat zowel de kort- als langlopende marktrente op de middellange termijn stabiel blijven. Het is daarbij niet de verwachting dat de extreem lage rentepercentages, zoals deze voor 2022 de norm waren, weer zullen terugkomen.
In de periode dat deze begroting is opgesteld, is de rente op geldleningen stabiel op ongeveer 3,5%. De rente kan zich zowel opwaarts als neerwaarts bewegen, waarbij de kans op een kleine rentedaling aannemelijker is. In deze begroting maken we de keuze om de renteprognose voor het hele meerjarenbeeld te ramen tegen 3,5%.
Renteprognoses | |||||
---|---|---|---|---|---|
Omschrijving | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 |
Rente kapitaalmarkt | 3,50% | 3,50% | 3,50% | 3,50% | 3,50% |
Rente geldmarkt | 2,00% | 2,00% | 2,00% | 2,00% | 2,00% |
Op basis van een lening met een looptijd van 30 jaar, rentevast en aflossing in gelijke delen.
3. Ontwikkelingen gemeente Oegstgeest
In de Wet financiering decentrale overheden (wet Fido) staan de kaders voor een verantwoorde en professionele inrichting en uitvoering van de treasuryfunctie van decentrale overheden.
Kasgeldlimiet
De gemiddelde vlottende schuld, over drie maanden gezien, is voor een gemeente gelimiteerd op 8,5% van het begrotingstotaal. Onze kasgeldlimiet heeft het volgende verloop:
Kasgeldlimiet 2024: € 6,9 miljoen
Kasgeldlimiet 2025: € 7,2 miljoen
Kasgeldlimiet 2026: € 7,6 miljoen
De renterisiconorm
Over de langlopende schuld mogen de jaarlijkse aflossingen en renteherzieningen niet meer bedragen dan 20% van het begrotingstotaal. In onderstaande tabel staat de verwachte ontwikkeling van de renterisiconorm voor de komende jaren:
Renterisiconorm (bedragen x € 1.000) | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | |
---|---|---|---|---|---|---|
1 | Begrotingstotaal | 84.416 | 88.940 | 77.403 | 78.939 | 78.886 |
2 | Wettelijk percentage | 20% | 20% | 20% | 20% | 20% |
3 | Renterisiconorm (1x2) | 16.883 | 17.788 | 15.481 | 15.788 | 15.777 |
4 | Renteherzieningen | 0 | 0 | 0 | ||
5 | Aflossingen | 6.595 | 5.190 | 3.529 | 3.567 | 3.080 |
6 | Bedrag waarover renterisico gelopen wordt (4+5) | 6.595 | 5.190 | 3.529 | 3.567 | 3.080 |
7 | Ruimte onder renterisiconorm (3-6) | 10.288 | 12.598 | 11.951 | 12.221 | 12.698 |
In de tabel zijn de regels genummerd zodat herkenbaar is welke onderdelen berekend worden.
Bijvoorbeeld: Renterisiconorm = (1)Begrotingstotaal x (2)Wettelijk percentage.
De bedragen aan langlopende leningen waarover we een renterisico lopen de komende jaren, blijven binnen de wettelijke norm (wet Fido).
De leningenportefeuille
De leningenportefeuille per 1 januari 2025 bedroeg € 48 miljoen. In de tabel hieronder is te zien dat er nieuwe leningen zullen worden aangetrokken, waardoor de schuld jaarlijks zal toenemen.
Ontwikkeling Leningenportefeuille | ||||
---|---|---|---|---|
Omschrijving | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 |
Stand 1 januari | 46.781 | 65.260 | 80.858 | 92.677 |
Nieuwe leningen | 23.669 | 19.126 | 15.386 | 4.288 |
Reguliere aflossingen | 5.190 | 3.529 | 3.566 | 3.079 |
Stand per 31 december | 65.260 | 80.858 | 92.677 | 93.886 |
Rentelasten | 1.207 | 1.815 | 2.304 | 2.536 |
Rentemethodiek en renteresultaat
Voor de toerekening van de rentelasten maken we gebruik van de renteomslagmethode. Het totaal van de rentelasten wordt daarbij ‘omgeslagen’ over het geheel van de investeringen/activa. De rentelasten zijn het totaal van de rentelasten op de langlopende geldleningen en de kortlopende financiering minus de renteopbrengsten van 'overtollige' middelen.
Door toepassing van de renteomslagmethode rekenen we de rentelasten toe aan de taakvelden in de bijbehorende programmabegroting. De achterliggende gedachte hierbij is dat de gehanteerde omslagrente een reëel percentage is. We ronden het berekende omslagpercentage, binnen een marge van 0,5%, af naar 1,4% en hanteren dit percentage ten behoeve van de renteomslag.
Renteresultaat op taakveld Treasury | 2026 | |||
---|---|---|---|---|
a | De externe rentelasten | 1.280 | ||
b | De externe rentebaten | -45 | ||
Saldo rentelasten en rentebaten | 1.235 | |||
c1 | De rente doorberekend aan facilitaire grondexploitaties (kostenverhaal) | 0 | ||
c2 | De rente van projectfinanciering richting het taakveld | 0 | ||
c3 | De rentebaat van doorverstrekte leningen richting het taakveld | 0 | ||
Saldo aan taakvelden toe te rekenen externe rente | 0 | |||
d1 | Rente over eigen vermogen | - | ||
d2 | Rente over voorzieningen | - | ||
Saldo rente over het eigen vermogen en de voorzieningen | 0 | |||
Totaal aan taakvelden toe te rekenen rente | 1.235 | |||
Totaal aan taakvelden toegerekende rente (renteomslag) | -1.273 | |||
Renteresultaat op het taakveld Treasury (-/- = voordeel) | -39 |
Voor deze renteomslag hanteren we een vast percentage. Voor 2026 bedraagt de omslagrente 1,4%. Doordat er een verschil is tussen het gehanteerde omslagpercentage en het werkelijke percentage ontstaat een renteresultaat. Het gepresenteerde voordeel van € -39.000 betekent dat de gehanteerde omslagrente lager is dan het werkelijke percentage. We rekenen dus meer rente door naar onze activa dan dat we daadwerkelijk betalen aan de geldverstrekkers. Het verschil bevindt zich binnen de gestelde bandbreedte, wat betekent dat we een reëel rentepercentage toerekenen aan de activa.
4. Schuldpositie
Hieronder geven we het verwachte verloop van de netto schuldpositie weer. Voor de definitie van de netto schuld wordt verwezen naar hoofdstuk 4.2.2 Paragraaf weerstandsvermogen (onderdeel 5. kengetallen) .
(Bedragen x € 1.000.000) per 31 december | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 |
---|---|---|---|---|---|
Netto Schuldpositie | 49,3 | 68,2 | 82,8 | 94,7 | 95,9 |