In deze paragraaf geven we inzicht in de structurele begrotingspositie.
Conclusies:
Het sluitend zijn van de begroting blijkt uit onderdeel 5.1.1 in het overzicht van baten en lasten. In onderstaande tabel staan deze conclusies samengevat. In de tekst onder deze tabel lichten we achtereenvolgens het reëel en structureel evenwicht nader toe.
Structureel evenwicht
Van structureel evenwicht is sprake als de structurele lasten worden gedekt door structurele baten.
Er wordt vanuit gegaan dat in principe alle baten en lasten structureel van aard zijn. Incidentele baten en lasten zijn de uitzondering en worden toegelicht. Uitzondering hierop zijn de reservemutaties. In de BBV is gesteld dat in principe alle toevoegingen en onttrekkingen aan reserves incidenteel van aard zijn. Alle mutaties aan reserves maken daarom in principe onderdeel uit van het overzicht van incidentele baten en lasten. Structurele mutaties van reserves zijn in principe alleen mogelijk bij reserves waaruit kapitaallasten van investeringen worden gedekt. Ze zijn de uitzondering en zijn opgenomen in het overzicht Structurele toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves.
Het structureel evenwicht wordt voor elk jaar als volgt bepaald:
Resultaat na bestemming |
-/- incidentele lasten programma's en toevoegingen aan de reserves |
+ incidentele baten programma's en onttrekkingen uit de reserves = totaal structureel begrotingssaldo |
Voor alle jaren van het meerjarenbeeld is sprake van een structureel evenwicht: structurele lasten worden gedekt door structurele baten.
Bedragen x € 1.000 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 |
---|---|---|---|---|
Resultaat na bestemming | 1.560 | 181 | -2.020 | -2.102 |
Af: Incidentele lasten | 10.716 | 233 | 135 | 32 |
Bij: Incidentele baten | -8.925 | -4 | -4 | -4 |
Af: Incidentele toevoegingen aan reserves | 1.824 | 124 | 119 | 119 |
Bij: Incidentele onttrekkingen aan reserves | -2.030 | -551 | -347 | -199 |
Structureel saldo van de begroting | -3.144 | 17 | 2.118 | 2.153 |
Structureel evenwicht | Ja | Nee | Nee | Nee |
Reëel evenwicht
In het BBV staat dat we bij het begrip 'reëel evenwicht' moeten stellen hoe realistisch de ramingen zijn en dat we die moeten motiveren. Op basis van de volgende argumenten en bevindingen vinden we dat de begroting reëel in evenwicht is: